top of page

JONGKIND VerhuiST naar Vlaardingen

Foto P.D. de Vries, augustus 1936. Collectie Stadsarchief Vlaardingen (T-612/139).

WESTHAVENKADE 54

Toen vader Gerrit Adrianus Jongkind in 1920 met zijn gezin naar Vlaardingen verhuisde kwamen ze in het pand van reder/zouthandelaar, koopman,  en gemeenteraadslid Willem van Warmelo aan de Westhavenkade te wonen. Hij werd inner van accijnsen, dus hij ging werken voor de belastingdienst, of liever gezegd, had een soort douane functie.

Maar hoe is dat toen eigenlijk gegaan?

 

Lening

Vader Gerrit Adrianus Jongkind heeft als belastingontvanger de verplichting tot aanzuivering van eventuele kastekorten. Hiervoor dient hij voor hij in dienst treedt een borgsom te storten. De overheid betaald hem hier wel rente over, maar de borgsom is zo hoog dat vader Gerrit Adrianus op 30 juli 1821 twee leningen aangaat van 4000 florijn bij twee Vlaardingse weduwen om de borgsom te kunnen betalen.

 

Als deze financiële borgsom geregeld is, wordt vader na twee jaar eindelijk, op 16 december 1822 bij Koninklijk Besluit, no. 77, officieel benoemd tot Ontvanger der Directe Belastingen, In- en Uitgaande Regten en Accijnsen.

 

Vader Gerrit heeft tegelijkertijd een tweede baan. Hij is ook 'Entreposeur van het Vlaardingse Entrepot der 3e Klasse'. Het is logisch dat hij een tweede functie heeft omdat het loon voor de vestiging Vlaardingen voor een een ontvanger van accijnzen relatief laag is, namelijk zo'n 700 florijn per jaar.

Entreposeur

Voor de scheepvaart, en visserij in het bijzonder, zijn diverse goederen uitgezonderd van heffingen of accijnzen. Een voor de Vlaardingse visserij belangrijk uitgezonderd natuurlijk product is zout (mits gecontroleerd gebruikt aan boord). Het zou heel goed kunnen dat Gerrit Jongkind Entreposeur werd in Vlaardingen van een particulier of een fictief entrepot zoals bijvoorbeeld van een deel van een pakhuis van een of meerdere reders, of een firma zoals van Warmelo en van der Drift, die vanaf 1820 in zout handelde en waar hij een huis van huurde..

 

WILLEM VAN WARMELO

Willem van Warmelo was een bekend Vlaardings ondernemer. Hij begon zijn loopbaan net als vader Gerrit Adrianus Jongkind bij de belastingdienst, maar dan in een lagere functie, als 'commis notaire'.

 

Ook hij huurde aan het begin van zijn loopbaan een deel van een woning en wel bij Notaris  Pieter Verkade, waar hij voor werkte.

 

Een commis verdiende minder dan de functie van vader Gerrit Jongkind, Ontvanger In- & Uitgaande Regten & Accijnsen, maar Willem van Warmelo was ouder en was al jaren aan het ondernemen. Zo kocht hij ook zijn eigen panden en had zelf huurders, zoals het gezin Jongkind toen zij in Vlaardingen arriveerden.

Hoe lang de Jongkinds hier exact gewoond hebben weten we niet. Er werden in 1800 af en toe volkstellingen gehouden. Ze gingen dan alle huizen langs om te vragen wie er woonden. 

WESTHAVENKADE 59

Tijdens de volkstelling in 1830 wonen de Jongkinds in dit pand. In die tijd heette deze straat de Nieuwe Hoofdkade 18, maar tegenwoordig is dit Westhavenkade 59. Het pand is nu nog te herkennen.  Johan Barthold Jongkind is dan 10 jaar. Wat we kunnen lezen uit de volkstelling is dat ze hier wonen met het gezin bestaande uit:

 

vader en moeder, Broer Johannes (Jan),  zus Magdalena (Leentje), Jacobus (Koos, Koo), Louwerens (Laurens) Cristiaan, Johan Barthold zelf en broertje Willem en zusje Johanna Elizabeth, nicht Maria, een dienstbode uit Maassluis en aanstaande schoonzoon dominee J. Smeltzer, een goede vriend van broer Laurens Jongkind.

Broer, zus en de dominee

In die tijd was het gewoon om na de basisschool te gaan werken, vanaf rond de leeftijd van 15 jaar. Alleen de gegoede burgerij kon een vervolgopleiding betalen en vaak niet eens voor alle kinderen.

 

Broer Laurens had geluk en mocht naar de Latijnse school in Schiedam, zo'n 4,5 kilometer lopen van huis.  In de jaren 1820 – 1830 zijn de schooltijden van ’s morgens 9 tot 12 uur en van ’s middags 2 tot 5 uur, of 4 uur in de wintermaanden met woensdag- en zaterdagmiddag vrij, en uiteraard zondag. De school was gevestigd aan ‘het Oude Kerkhof’ nabij de Grote Kerk in Schiedam en had maar weinig leerlingen (8 in 1837).

Laurens Cristiaan Jongkind is in een storm gewond geraakt en na een ziekbed van 6 weken overleden, op 1 juli 1829. Zijn net afgestudeerde vriend J. Smeltzer heeft voor tijdens de begrafenis van Laurens een mooi, dragend gedicht geschreven waaruit zijn pijn en vriendschap blijkt. Het boekje met het gedicht is goed bewaard gebleven in het stadsarchief van Vlaardingen.

Vader Gerrit Adrianus schrijft in zijn trouwbrief dat zijn zoon is begraven op het kerkhof in een nieuw graf van de Heer van Büüren van Heijst, een vriendelijk gebaard van de eigenaar van de woning waar zij op dat moment waarschijnlijk al wonen.

 J. Schmeltzer trouwt met Jondkinds zus Leentje op 2 februari 1830 met Magdalena Geertruij (Leentje) en wordt dominee in Klaaswaal. Voor die tijd heeft hij blijkbaar ingewoond bij de familie in Vlaardingen.

bottom of page